Wanneer mag je een wijn een natuurwijn noemen? Daar zijn geen wettelijke criteria voor en daarom vroeg het Engelse wijntijdschrift Decanter diverse wijndeskundigen naar de eisen waaraan een natuurwijn (vin nature, natural wine) volgens hen moet voldoen. Zo ontstond een goed beeld van wat natuurwijn nou eigenlijk is.
Eisen voor natuurwijn op een rij
Wijn is natuurwijn als hij aan bepaalde eisen voldoet
De eerste eis is dat de wijngaarden waar de druiven voor de wijn vandaan komen, biologisch of biodynamisch moeten worden bewerkt, bij voorkeur gecertificeerd (dus met officiële erkenning). Ook moeten de druiven met de hand worden geoogst.
Dan volgt de vergisting. Die moet zich voltrekken met behulp van de gisten die op de druivenschillen en in de kelder aanwezig zijn; de wijnmaker mag geen enzymen toevoegen om de vergisting op gang te helpen of te versnellen. En natuurlijk mogen er ook geen stoffen als zuren, tannine of kleurstoffen bij de wijn worden gevoegd. Sulfiet toevoegen mag wel, omdat het de houdbaarheid van de wijn ten goede komt. Het totale sulfietgehalte mag echter niet meer zijn dan 70 milligram per liter.
Het spreekt vanzelf dat de wijnmaker geen ingrepen doet die het karakter van de wijn veranderen. Voorbeelden daarvan zijn het alcoholgehalte van de wijn verlagen, de wijn meer concentratie geven of bepaalde technieken inzetten om microben te doden. En tot slot wordt natuurwijn niet geklaard en niet, of maar heel licht, gefilterd.
Lees meer over